Didactische Bekwaamheid

Didactiek is de wetenschap en kunst van het lesgeven. Het richt zich op de methoden en technieken die docenten gebruiken om kennis en vaardigheden over te brengen op leerlingen.

Toen ik begon als docent....


Deden mijn collega en ik onze lessen samen, zodat zij mij kon begeleiden. Zij deed eerst haar les voor. Daarna deed ik hetzelfde voor mijn groep. Nogal onzeker kopieerde ik mijn collega in houding, gedrag en acties. Gelukkig zei mijn collega dat ik het goed deed en na enkele weken liet zij mij los en deed ik de lessen zelfstandig. Spannend!


Ik bereidde de lessen voor met bestaande presentaties uit Brightspace. Deze stonden vol tekst. Vervolgens stond ik voor de klas deze teksten op te lezen. Ik stond te zenden en te zenden..... Ik had geen overzicht over de hele lesperiode en dus geen bewuste structuur in mijn les. Wierp alle informatie uit over de studenten en vroeg achteraf of ze nog vragen hadden. Meestal zeiden ze dat alles duidelijk was. En daar nam ik genoegen mee. Ik ging er vanuit dat ze alles begrepen. Vragen beantwoordde ik direct met de kennis die ik had. Ik werkte van les naar les. Hield me vast aan de stof die op Brightspace stond.

Vervolgens kwam de BDB-opleiding

Daarmee ging er een wereld voor me open. Met de lesstof uit het boek Teaching for quality learning at university (Biggs & Tang, 2011), leerde ik eerst om te beginnen met het eind voor ogen: De leerdoelen. Ik keek hoe deze het beste getoetst konden worden. En stemde mijn lesactiviteiten hierop af. Zo leerde ik Constructive Alignment in de praktijk te brengen. Vooral het maken van het lesontwerp gaf me hierin veel inzicht. Zie mijn extra bewijs Lesontwerp.


Ik gooide mijn lessen om van zenden naar interactie. Met bouwsteen 4 uit het boek Wijze Lessen maakte ik eigen presentaties met een minimum aan tekst gecombineerd met ondersteunende beelden. Ik ging formatief handelen en coachen en experimenteerde volop met wat ik in de BDB leerde. Zo merkten mijn studenten dat ze niet direct meer een antwoord op hun vraag kregen, maar hierop van mij een wedervraag kregen. Zoals in VOORBEELD 1 waarbij een student mij vroeg naar een oplossing voor zijn probleemstelling. Je leest daar hoe ik bouwsteen 7 uit het boek Wijze Lessen inzette om hem te ondersteunen bij een complexe opdracht.

Werkvormen

Ik begon vanaf dat moment elke les met het activeren van voorkennis. Door eerst terug te grijpen naar de leerstof van de vorige les. En door passende werkvormen in te zetten. Bijvoorbeeld de actieve werkvorm 'Collectief Geheugen', te zien in mijn lesvoorbereiding. Hierbij haalden studenten eerst individueel in stilte de kennis op, schreven dit op een post-it-blaadje en deelden dit daarna met elkaar in de groep, waarbij we dit gezamenlijk behandelden, gekoppeld aan de leerdoelen en vooruitkijkend naar de toets, ook naar het principe van Constructive Alignment. Met foto's van de resultaten op de flipovers hielden de studenten er een mooi gedeeld naslagwerk aan over. Ik heb inmiddels diverse werkvormen verzameld, waarmee ik de studenten voldoende afwisseling kan bieden. Dit volgens bouwsteen 9 uit Wijze lessen, zorg voor voldoende afwisseling in oefentypes.

De kunst van het vragen stellen


Na het lezen van het boek 'De kunst van het vragen stellen' (Verhoeven 2017), ontdekte ik hoe ik met mijn vragen studenten beter kon begeleiden. Ik werd me bewust van mijn manier van vragen stellen en het effect ervan. Ik veranderde mijn stijl van direct antwoorden naar meer vragen en doorvragen. Van suggestieve vragen naar open vragen, echte vragen. Ik durfde na een vraag langere stiltes te laten vallen. Zo was ik beter in staat te luisteren en de student te laten nadenken. Ik verhoogde de complexiteit van de vragen steeds iets, om de zone van naastgelegen ontwikkeling op te zoeken. Ik houd daarbij de 6 niveaus van Bloom voor ogen:

  1. Feitenvragen
  2. Inzichtvragen
  3. Toepassingsvragen
  4. Analysevragen
  5. Synthesevragen
  6. Evaluatievragen

Ik merkte dat ik hiermee mijn studenten veel beter hielp doordat zij dieper nadachten en zo inzicht kregen en zelf het antwoord op hun vraag vonden. Ik experimenteerde hierbij ook met de stof uit het boek Didactisch Coachen (Faber & Voerman, 2023). Door veel en verdiepende vragen te stellen, stiltes te laten vallen en niet snel tevreden te zijn met het antwoord, liet ik blijken hoge verwachtingen van hen te hebben. Hier en daar hielp ik hen met kleine aanwijzigen. En tussentijds met specifieke en vooral positieve feedback.

Zie het praktijkvoorbeeld 3.


Ook wilde ik het stellen van categorie 2- en 3-vragen uit dit boek in de praktijk brengen. Direct de dag na deze BDB-les probeerde ik dat in het 1-op-1-gesprek met een student, zoals je ziet in het extra bewijs Coachgesprek. Achteraf realiseer ik me dat dit nog niet echt een coachgesprek is geweest. In de laatste les van de BDB behandelden we deze leerstof. Zie meer hierover bij dit extra bewijs. 

Hoe nu verder?

Met deze kennis en vaardigheden sta ik steviger in mijn docentenschoenen. In plaats van collega's nadoen ontwerp ik zelf mijn lessen, met het einddoel voor ogen. Vooral met hulp van de bouwstenen uit het boek Wijze lessen, zoals uitdagende instructie, activeren van voorkennis, passende feedback, formatieve en summatieve toetsen en activerende, afwisselende werkvormen. Waarbij ik overzicht houd op de samenhang en structuur van deze fase van de opleiding. Met de leerdoelen houd ik het einddoel voor ogen. Weet waar mijn studenten nog aan moeten werken om hun eindassessment te halen. En ik kan dat op ze overbrengen en ze coachen op de weg daar naartoe.


Ontwikkeling hoge verwachtingen en scaffolding

Dat ik me hier nu bewust van ben is natuurlijk nog maar het begin. Ik wil me graag verder ontwikkelen in mijn didactische bekwaamheid. Wat mij vooral boeit is het effect van het hebben van hoge verwachtingen van studenten. Ik geloof hier in en leer graag hoe ik me dit verder eigen kan maken. Ik zal me daar de komende tijd verder in verdiepen. Ook ontdek ik graag hoe ik scaffolding kan inzetten en studenten de zone van de naaste ontwikkeling kan laten opzoeken. Zie voor acties de punten hieronder. Klik op elk punt voor meer informatie.

Acties

  • 1. Literatuur zoeken ↓

    Eerst ga ik boeken lezen waarin ik meer informatie vind over formatief handelen. Ik begin met het boek . Toetsrevolutie: Naar een feedbackcultuur in het hoger onderwijs. 

  • 2. In gesprek met experts ↓

    Na het lezen van diverse boeken over dit onderwerp ga ik in gesprek met collega-docenten en andere experts om te bespreken hoe ik dit verder kan aanpakken. 

  • 3. Coach zoeken ↓

    Wanneer ik mijn kennis en vaardigheden verder in de praktijk breng zal ik daarbij begeleiding vragen van een coach. 

  • 4. Reflectie ↓

    Samen met mijn coach zal ik periodiek reflecteren op mijn handelen. Met deze ervaring ga ik weer opnieuw experimenteren om zo mijn kennis, vaardigheden en houding hierin verder te ontwikkelen. 

  • 5. Doelen (bij)stellen ↓

    Aan de hand van de reflecties kan ik mijn doel weer bijstellen en/of nieuwe doelen stellen.